Onlangs liep ik langs een plek waar een groep kinderen hard stond te zingen en te juichen. Op deze plek zou hun nieuwe school gebouwd worden, samen begroeven zij daar waar de fundering zou komen te liggen, een tijdscapsule; een koker vol briefjes en spulletjes van nu voor de kinderen die ooit in de toekomst naar hun school zouden gaan. Wie weet zou de tijdscapsule over 100 jaar wel worden gevonden.
Dit deed me denken aan een bijzonder collectiestuk van het museum. In januari 2012 woedde er in Brielle een zware storm die de ruim 100 jaar oude kastanjeboom op het Asylplein in tweeën brak. De boom was niet meer te redden en moest worden gekapt. De bodem waar de boom had gestaan, werd nog wel met een metaaldetector afgezocht, maar er werd niets gevonden.
Toen puin en aarde werden afgevoerd zag één van de medewerkers van de afdeling Beheer Openbare Ruimten van de Gemeente, Wim Vrij, iets tussen de aarde glinsteren. Het bleek een loden koker te zijn, die deels was beschadigd, maar waar de oorspronkelijke inhoud nog in zat: een stuk beschreven perkament. Het document begint met de woorden ‘Den Vinder heil’, en bleek te zijn ingegraven toen de boom werd gepland. Dat gebeurde in de ochtend van 19 mei 1909 door 650 schoolkinderen, ter gelegenheid van de geboorte van prinses Juliana een paar dagen eerder. Opeens heb je dan als het ware een ruim 100 jaar oude tijdscapsule in handen…
De koker met brief werd onderdeel van de collectie van het museum. Zal de tijdscapsule van de kinderen die ik pas hoorde zingen, over 100 jaar ook in een museum belanden?