Museumdeur op een kier, 21 april: Ed van Dorp

Suppoost en museumdocent Ed van Dorp bekijkt twee prenten over Alva en de Spaanse Inquisitie

Op de zolderverdieping liggen twee bijzondere prenten die ik onder de aandacht wil brengen. Zij laten zien hoe het gezag van Kerk en Staat een allesoverheersend stempel op de samenleving drukt. De overheid doet in deze tijd eigenlijk hetzelfde. Het verband tussen toen en nu is dat de overheid vergaande maatregelen neemt om de greep op de samenleving niet te verliezen. Toen was dat de ketterij die uitgeroeid moest worden en nu is dat het beteugelen van het coronavirus. De burger werd toen en ook nu zeer in zijn vrijheid beperkt. Laat ik eerst even teruggaan naar de twee prenten.

Caspar Luyken, ‘Alva zit de Raad der Beroerten voor’, 17de eeuw (reproductie, collectie Amsterdam Museum)
Anoniem, ‘Spaanse Inquisitie’, 18de eeuw

Voor de vitrine staand zien we links de prent met afbeelding van de Raad van Beroerten, in de volksmond terecht de Bloedraad genoemd. Het is een rechtbank met Alva als voorzitter die het vonnis uitspreekt over de deemoedig knielende beklaagde, schuldig bevonden aan de onlusten tijdens de Beeldenstorm van 1566. Er werd bestraft met boetes, verbeurdverklaring van bezit, verbanning en de dood ( meer dan 1000 doodvonnissen tussen 1567 en 1573 ) Geen halve maatregelen dus om ketterij de kop in te drukken.

Op de prent rechts is de Spaanse Inquisitie middels een auto-da-fe in Valladolid in 1558 aan het werk. Een auto-da-fe ( Portugees voor daad van het geloof ) is een rituele mis van een aantal dagen waarbij van ketterij beschuldigden ( hier rond de 30 personen ) gehuld in een geel boetekleed ( de sanbenito ) met afbeeldingen van duivels erop en een papieren mijter op het hoofd, in processie voor de rechter werden gebracht om hun vonnis aan te horen. Daarna liepen ze naar een plaats buiten de stad waar de brandstapel op hen wachtte.

Kerk en Staat werkten hand in hand om geloofsvrijheid onmogelijk te maken. Het Bloedplakkaat van Karel V uit 1550 is daarvan een treffend voorbeeld. Daarmee werd het verspreiden en bezitten van kettersmateriaal, het prediken van ketterij, ketterse bijeenkomsten en het huisvesten van ketters met de dood bestraft, m.a.w. ketterij was staatsvijand nummer 1 geworden.

Op dit moment zien we ook een streng beleid van de overheid en nu om het coronavirus daarmee in te dammen. Wel zijn er grote verschillen tussen de Europese landen hoe dwingend een en ander moet zijn. Gelukkig is bij ons gekozen voor de intelligente lockdown waarbij een groot beroep op ons verantwoordelijkheidsgevoel gedaan wordt je aan de regels te houden en op een enkele bekeuring na lukt dat prima. De tijd rond Pasen staat voor bezinning en solidariteit met de ander. Laten we ons daar maar aan vasthouden.

Ga naar de inhoud