Museumdeur op een kier, 31 mei: Fieke Lambert

Receptioniste en museumdocent Fieke Lambert overdenkt 'vrijheid' in deze tijden en legt hierbij een link met de Tachtigjarige Oorlog

In deze tijd waarin Covid 19 ‘Heer en Meester’ is, wordt afgaand op de grillige aanvallen en groeiende kennis van de aard en gevolgen van het virus, een leefwijze voor Nederland geschetst.Het leven wordt in tijdsblokken neergezet, ieder hoopt daar de, voor hem of haar, lichtpuntjes in terug te vinden en zoekt er een passende weg in. We voeren in deze tijd ieder zo ons eigen oorlogje, het ongrijpbare van de ziekteverwekker verontrust, de beelden vanuit de ziekenhuizen laten zien hoe genadeloos het toeslaat. We leven van persconferentie naar persconferentie, het vooraf lekken van onderdelen ervan lijkt bedoeld als een vorm van masseren, het klaarmaken voor de boodschap die er ’s avonds stipt om 19u op volgt. Het heeft wel iets, de manier waarop premier Rutte achter de microfoon plaats neemt en ons meeneemt naar de nieuwe werkelijkheid. Ik zag dat minister de Jong de ernst van de zaak goed inschatte en ervoor zorgde dat zijn schoeisel niet afleidde van het belang van de persconferentie.
De meest recente boodschap is dat er weer voorzichtig deuren geopend worden, daaronder vallen ook die van de musea. Het uitbreiden van vrijheden brengt iets teweeg, we hebben weer wat heroverd op het virus!
‘Vrijheid’ ervaren we in deze tijd bijna als iets wat hoort bij een vorig leven en niet als iets wat pas drie maanden, onder druk staat. Na versoepeling van de regels durven we in termen van voor en na Covid 19 te denken en voorzichtig plannen te maken voor betere tijden.

Het Historisch Museum belicht de Tachtigjarige Oorlog, dat is een heel ander gegeven dan onze huidige strijd en gemeende vrijheidsberoving van een paar maanden. 80 jaar in de greep van een vijand, dat betekende voor velen levenslang met niets ervoor of erna. Ook toen zag en hoorde je de vijand niet altijd, ook toen sloeg hij hard en meedogenloos toe.
Velen bewogen uit lijfsbehoud of, omdat ze nooit de zo begeerde vrijheid gekend hadden, mee. Anderen gingen tegen de Spaanse bezetter van de Nederlanden in verzet.

Als je de zaal van de 80 jarige oorlog betreedt zie je hoe daar het leven van Angelus Merula, pastoor van Heenvliet en Brielle in beeld wordt gebracht. Hij keerde zich tegen de wurggreep van de bezetter en de grote invloed en rijkdom van de katholieke kerk. Een groot schilderij laat zien hoe zijn leven eindigt, het verhaal daarbij is dat een hartaanval hem redde van de verschrikking van de brandstapel.

Barend Wijnveld, De dood van Angelus Merula, 1860-90

Dezelfde zaal toont een portret van Margaretha van Parma, deze halfzus van Filips II was door hem als landvoogdes over de Nederlanden aangesteld. Bij haar vonden edelen en verzetshelden nog wel een luisterend oor toen zij haar een ‘Smeekschrift’ aanboden, hierin pleitten zij voor afzwakking van de onbarmhartige voorschriften van Filips. Haar, naar later bleek, vruchteloze poging om gehoor te vinden bij Filips II kan aangemerkt worden als een daad van verzet, hierna vertrok zij naar Italië.

Anoniem, Margartha van Parma, 18e eeuw

De Hertog van Alva deed zijn intrede, hij draaide de duimschroeven verder aan, de overheersing beheerste het hele leven, de vrijheidsbeperkingen wogen zwaar.
U weet hoe het verder ging, ook de macht van Alva was eindig, hij verloor zijn bril…. De vrijheid zegevierde na 80 jaar, er kwamen betere tijden.

Ga naar de inhoud